Handafdruk op de werkvloer

Als we het hebben over wat we kunnen doen voor een duurzamere wereld, gaat het bijna altijd over wat we als consument in onze vrije tijd kunnen doen, maar in feite maakt consument zijn slechts een heel klein deel uit van ons leven.

Het derde IPCC-rapport (WG3, mitigation of climate change) spreekt over 40–70% reductie aan de vraagzijde. Dat is mogelijk als er toegang is tot de juiste infrastructuur, technologie en prikkels. Ook moet er sprake zijn van gelijkheid in de samenleving. Individuele verandering is belangrijk. Toch schatten de onderzoekers dat dit slechts 5% reductie oplevert. 

Grotere reducties zijn alleen haalbaar als we betaalbare en duurzame keuzes kunnen maken. Daarvoor hebben we goede prikkels nodig én systemen die ons ondersteunen. In zo’n omgeving kunnen we 40–70% van onze emissies aan de vraagzijde verminderen, zonder grote offers in ons dagelijks leven. Maar zelfs deze vorm van reductie vraagt om volledige systeemverandering.
Het IPCC onderscheidt naast burgerschap nog vier rollen die we kunnen inzetten om verandering aan de vraagzijde te stimuleren: professional, rolmodel, investeerder en consument. Het grootste deel van onze wakkere uren brengen we door als professional. Juist op de werkvloer, op school of aan de universiteit, is de impact het grootst. Verandering in deze context heeft namelijk een sterk ‘overflow’-effect: wat we hier in beweging zetten, werkt door in andere domeinen van ons leven. We zijn ook rolmodellen; we plaatsen allemaal regelmatig berichten op sociale media, wat een bewuste keuze is van wat we willen delen en met wie we het willen delen. We zijn investeerders (tijd/arbeid of geld - soms passief op de rekening). We zijn ook burgers die invloed hebben op besluiten van de overheid of gemeenten. Deze 4 worden vaak vergeten en de focus ligt over het algemeen vaak bij de rol als consument. 

Verandering begint niet pas wanneer we de deur van ons werk of de school achter ons dicht trekken. De grootste slag als individu kun je maken als professional en rolmodel. Wanneer we bijvoorbeeld over een vegetarische maaltijd praten met collega's, normaliseren we dat we er over praten, en er voor zorgen dat er in de kantine van het bedrijf of de school goede en betaalbare plantaardige producten beschikbaar komen. Dan hebben we het over een overflow effect. Jij niet als druppel in de oceaan, maar die druppel die voor een rimpeleffect zorgt.

Op mijn werkvloer

Tijdens en naast mijn werkuren aan het Observatorium van Parijs-Meudon had ik het vrijheid om te kunnen werken aan duurzame acties op de werkvloer. Zo ben ik van start gegaan met de logistiek directeur om het apart recycleren van papier en ander afval terug in te voeren.
Als lid van kantine-comité pleitte ik voor een gezond alternatief voor vis en vlees, en dat was in het begin nog niet eens zo evident! Ook zag ik dat de individuele fietsers nauwelijks deelden over hun ervaringen en noden. Daarom richtte ik de fietsclub op van het Observatorium, met als gevolg dat er fietsrekken en een reparatielokaal werden geïnstalleerd, en natuurlijk een leuke fotoshoot :D
Tenslotte was ik lid van de raad van het LIRA-lab en de daarbij behorende commissie Energie-Klimaat. Samen met hun realiseerde we als eerste onderzoekslab in Frankrijk een koolstofbalans. Deze meting werd gebruikt als eerste voorbeeld voor het in die periode opgerichte 
Labos-1-point-5.

Search